Inleiding
Er wordt steeds nadrukkelijker aandacht besteed aan opbrengstgericht werken en beter presteren binnen het onderwijs en beweging is daarbij niet meer weg te denken. Beweging heeft tal van positieve effecten op het leerproces van kinderen. Alleen al tussen de lessen door even bewegen geeft nieuwe positieve energie in de klas om weer aan het werk te gaan. 

Kinderen bewegen graag en te lang zitten is voor niemand goed. Daarnaast weten we uit ervaring dat leerlingen beter leren als ze hierbij actief bezig zijn. Dan zijn namelijk beide hersenhelften actief waardoor je bijvoorbeeld beter dingen kunt onthouden. Het is fijn wanneer binnen basisscholen het leren en ontwikkelen in beweging dan ook integraal een onderdeel uitmaakt van het lesaanbod. Want koppel je het bewegen aan de leerstof dan beklijft het geleerde langer. Helaas is de huidige situatie op scholen vaak toch anders. Beweging op school beperkt zich veelal tot de gymles en het buitenspelen. Reden genoeg om samen met het onderwijs te onderzoeken op welke manier je bewegen en leren kunt combineren om te komen tot hogere opbrengsten en meer leerplezier.

Opbrengst
Uitleg en instructiemomenten gebeuren vooral zittend. Ook de uitwerking vervolgens van de taak gebeurt vaak zittend. Zo logisch als dit lijkt, zo onlogisch is het eigenlijk voor een (kinder-)lichaam dat niet is gemaakt om zoveel stil te zitten. Dit leidt regelmatig tot een vicieuze cirkel van (veelvuldig) waarschuwen en vragen om concentratie door de leerkracht en de moeite van het kind om hieraan te beantwoorden. Dit werkt negatief op de sfeer. De vraag is dus, of je met klassikale, vooral verbale instructie tegemoet komt aan de leerbehoefte van het kind.

Bewegen kan in de klas en op school, naast de pauze en de gymles, een belangrijke rol spelen. Er is inmiddels veel onderzoek gedaan naar en over de rol van beweging bij het leren. Bewegen tijdens het leren vergroot niet alleen het plezier in leren, maar uit onderzoek blijkt dat je makkelijker leert en beter + langer onthoudt als je beweegt tijdens het leren. Beweging betrekken bij het leren kan zorgen voor een meer uitdagende leeromgeving en dit zorgt weer voor een hogere betrokkenheid én een optimaal leerresultaat. Bovendien is het aspect van ‘samen’ bij de activiteiten vaak duidelijk aanwezig. Dit komt de sfeer in school ten goede.

Praktisch gezien
Leren is een actief proces. Het kind ontdekt de wereld vooral via het lichaam. Met je lichaam kun je rennen, wegduiken, en voelen hoe groot of hoe ver iets is.

Beweging stimuleert de hersenen. Wanneer je beweegt tijdens het leren gaat er meer bloed en zuurstof naar je hersenen. Leren gaat daardoor makkelijker. Informatie die je opdoet, wordt beter verankerd doordat het ervaren wordt en daardoor minder abstract. De ervaring zorgt voor betekenis en zorgt er voor dat informatie beter en langer kan worden onthouden.

Ook worden beide hersenhelften beter bij het leren betrokken. Op school wordt voornamelijk de linker hersenhelft gestimuleerd. Deze gebruik je bij rekenen, taal, logisch nadenken, verwoorden, redeneren, etc. Bij het maken van bewegingen gebruik je met name de rechter hersenhelft. Tegelijkertijd leren en bewegen zorgt voor verbinding en uitwisseling met beide hersenhelften.

Sociaal emotionele ontwikkeling
Vanuit de belevingswereld van kinderen aansluiten bij een natuurlijke voorkeur voor bewegen, creatief bezig zijn en spelen. Kinderen doen op die wijze ervaringen op en leren over zichzelf en de wereld. Bij kinderen hangt het bewegingsaspect nauw samen met alle andere gedragsaspecten. Het ‘lekker in je vel zitten’ hangt samen met de mentale en fysieke gesteldheid van kinderen. Er is een wisselwerking; het ene beïnvloed het andere. Als je bijvoorbeeld moe bent of angsten of zorgen hebt, dan heeft dat invloed op je psyche en andersom. Bij vermoeidheid, angsten of zorgen ervaar je ook vaak een erge lichamelijke vermoeidheid.

Sommige kinderen vinden het moeilijk om contact maken, zijn agressief of vertonen juist teruggetrokken gedrag, zijn overbewegelijk of hebben juist weinig lichaamsbesef (kan bv voorkomen bij ADHD, ASS). Werken aan het versterken van zelfvertrouwen, weerbaarheid, het verkennen van eigen grenzen en die van een ander kan bijvoorbeeld goed op deze manier, maar ook het ervaren en herkennen van gevoelens, en leren beheersen van boosheid kun je zo oefenen. Bij het werken aan sociaal –emotionele ontwikkeling van kinderen is het zinvol om door bewegen te ervaren en te leren. Leren en ontwikkelen in beweging geldt naast de cognitieve ontwikkeling dan ook zeker voor de motorische, emotionele en sociale ontwikkeling.

Kinderen wordt bij deze wijze van werken, leren en ontwikkelen door beweging, aangesproken op hun eigen kracht om van daaruit nieuw en andere gedrag eigen maken. Het stimuleert kinderen ontwikkelgericht, oplossingsgericht en ik-versterkend te komen tot leren.

Het middel is ervaren en bewegen. Dit kan door sport en spel zoals bijvoorbeeld klimmen aan een klimwand, balspelletjes, samenwerkingsspelletjes maar ook door ademhalings- en ontspanningsoefeningen. Er wordt geoefend met andere oplossingen, en dit toepassen in andere situaties ( buiten, thuis, school etc ). Afstemmen op de ander staat centraal, vanuit het goed omgaan met jezelf en wat je in huis hebt.

Conclusie
Leren en ontwikkelen in beweging dekt meerdere doelen en bewegen kan op heel veel manieren worden toegepast. Door de grote rijkdom aan mogelijkheden en variaties kunnen kinderen zelf ook een rol spelen en hebben ze een meer actieve rol in hun eigen leerproces. Het betrekken van beweging in de klas zorgt voor een gevarieerde didactische aanpak. De manier waarop de leerkracht uitleg en instructie geeft is anders, wisselt vaker en komt meer tegemoet aan de verschillende leerstijlen en strategieën van leerkracht en leerlingen. Het niveauverschil bij de kinderen is bij bewegen tijdens het leerproces in de klas minder relevant. Elk kind, bijna los van zijn of haar cognitieve mogelijkheden kan deelnemen aan de activiteiten. Bewegen legt niet alleen een verbinding tussen hersenhelften, maar het verbindt ook met elkaar. Je leert samen en individueel, je leert elkaars en de eigen (on)mogelijkheden. Dit zal zeker bijdragen aan het pedagogische klimaat in de klas en in de school.

Leren en ontwikkelen in beweging:

  • Gezond en sportief.
  • Sterk pedagogische klimaat.
  • Maximaal leerresultaat (met name gericht op didactisch handelen).
  • Verbeteren van sociaal – emotionele ontwikkeling.

Dit kan in de gymzaal, op het plein, in de klas, maar eigenlijk kun je bewegen en leren als een rode draad in de hele school doortrekken. Een belangrijk aandachtspunt is hierbij dat bewegen in het voorgaande wordt ingezet als middel om te komen tot een (leer)doel. Dit is anders dan bij gym / bewegingsonderwijs waar het bewegen meestal het doel is.